rechtsbeginsel dat inhoudt dat een bestaande rechtspositie van een burger niet zonder meer, alleen volgens een zorgvuldig gevoerde procedure, en niet abrupt mag worden gewijzigd, hetgeen kan meebrengen dat een overgangsregeling moet worden getroffen; ook mogen besluiten niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd, ten nadele van de betrokken burgers