rechtvaardigingsgrond die inhoudt dat iemand niet strafbaar is die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift (i.c. ieder voorschrift uitgaande van enige macht waaraan wetgevend vermogen is toegekend, krachtens die bevoegdheid gemaakt). Dit onder voorwaarden als proportionaliteit (geen extreme uitvoering) en subsidiariteit (geen beter alternatief voor de wetsovertreding)